Source:
Brieven van en aan Maria van Reigersberch, page 45, published by Hendrik Cornelius Rogge and E. J. Brill, 1902
Above: Maria van Reigersberch, engraving by C. Schröder.
Above: Hugo Grotius, drawn by Rembrandt van Rijn.
Maria van Reigersberch (born circa October 7, 1589, died April 19, 1653) was the wife of Hugo Grotius, who helped him escape in 1621 from Loevestein Castle during his incarceration there after his 1619 trial.
The letter:
Alderliefste!
Ick hebbe U. l. drie brieven ontfangen, maer liever hade ick U. l. alleen. Ick ben tot noch toe wel te passe gheweest maer soude nu wel sieck beginnen te werden door U. l. lanck wtblyven, alsoo het mij seere verdriet ende den tijd mij zeer lanck valt. Ick en weet U. l. niet nieus te schriven, alsoo ick niemant en hebbe die mij wat tuis brent. Ick sende U. l. eenen brief van monsieur Kaseboon, die hier eenige dagen geweest heeft. Monsieur Tiodati is hier geweest ende heeft hier een boucken gelaten om aen U. l. te geven, maer ick en sende het U. l. niet, alsoo het U. l. te eer tuis sal doen commen. Juffrouw van Doorp is tot der doot toe sieck. Mijn moeder doet u zeer groeten, ende ick bidde u compt toch soo hast als het mogelijck is. Hier mede eindigende sal Godt bidden, alderliefste, U. l. in goede gesontheyt te willen sparen. Wt den Hage desen XV.
U. l. dienstwillege huisvrou
Marie Reigersberch.
With modernised spelling:
Allerliefste!
Ik hebbe Uwer Liefde drie brieven ontvangen, maar liever hade ik Uwer Liefde alleen. Ik ben tot nog toe wel te passe geweest maar zoude nu wel ziek beginnen te werden door Uwer Liefdes lang uitblijven, alzo het mij zere verdriet ende den tijd mij zeer lang valt. Ik en weet Uwer Liefde niets nieuws te schrijven, alzo ik niemand en hebbe die mij wat thuis brengt. Ik zende Uwer Liefde enen brief van monsieur Casaubon, die hier enige dagen geweest heeft. Monsieur Tiodati is hier geweest ende heeft hier een bouwken gelaten om aan Uwer Liefde te geven, maar ik en zende het Uwer Liefde niet, alzo het Uwer Liefde te eer thuis zal doen komen. Juffrouw van Doorp is tot der dood toe ziek. Mijn moeder doet u zeer groeten, ende ik bidde u komt toch zo hast als het mogelijk is. Hiermede eindigende zal [ik] God bidden, allerliefste, Uwer Liefde in goede gezondheid te willen sparen. Uit den Hage dezen XV.
Uwer Liefdes dienstwillige huisvrouw
Marie Reigersberch.
English translation (my own):
Dearest!
I have received Your Lovingness' three letters, but I would rather have Your Lovingness alone. Up to now I have been well, but I should now begin to get sick because of Your Lovingness's long absence, so that my sore sorrow and time seem to me very long. I do not know how to write anything new to Your Lovingness, since I have no one to bring me home. I am sending Your Lovingness a letter from Monsieur Casaubon, who has been here a few days. Monsieur Tiodati has been here and has left a bouwken [?] here to give to Your Love, but I do not send it to Your Lovingness's, so that it will bring Your Lovingness home in honour. Miss van Doorp is ill to the point of death. My mother greets you very much, and I pray you come as soon as possible. Ending with this, I will pray to God, dearest, to keep Your Lovingness in good health. From The Hague this XV.
Your Lovingness' servile housewife
Maria Reigersberch.
Thank you for this!
ReplyDelete